In 16.000 stappen van het 5e naar het 4e en weer terug!
In Parijs doe ik niets liever dan wandelen, wandelen, wandelen. Sterker nog: Ik heb de metro nog nooit van binnen gezien! Wel kies ik er steeds vaker voor om in en om de wijk te blijven waar ik verblijf. Super leuk vind ik dat, want zo leer je een wijk echt goed kennen, in plaats van dat je de hele stad doorkruist van hotspot naar hotspot. En in Parijs is er echt in elke wijk genoeg te beleven, een mooi museum, een mooie kerk, een park of een leuke brasserie. Iedere wijk heeft zo zijn eigen charmes en daar geniet ik intens van.
Onlangs was ik met mijn moedertje in Parijs. En omdat ik haar niet al te veel blaren op haar voeten wilde bezorgen, koos ik voor een hele centrale locatie met het hotel.
Aan Boulevard Saint Germain, 1 straatje verwijderd van de Seine en de oversteek naar Île Saint Louis. Op dag 2 van ons bezoek, maakten we een leuke stadswandeling met her en der wat verrassende tussenstops. De moeite waard om met jullie te delen, dus daar komt ie!
We begonnen op de Boulevard Saint Germain ter hoogte van de Rue des Bernardins en staken meteen de Pont de l’Archevêché en de Pont Saint Louis over naar Île Saint Louis om onze dag te beginnen bij Café Saint Régis met ons petit-déjeuner. Na een jus de pamplemousse en croissant namen we pont 3 om aan te komen aan de Rive droite.
Op Rue François ontdekten we zeldzame Middeleeuwse vakwerkhuizen & na een kaarsje bij Église Saint-Paul staken we door de tuin van Hotel de Sully over naar Place de Vosges. We bezochten het huis van Victor Hugo & dronken erna een café op de rustige binnenplaats. Echt een aanrader, dit plekje! Zowel het huis, als de mooie binnentuin. Ideale plek op een mooie zomerse dag. We vervolgden onze weg door de kleine straatjes van Le Marais en na een kort bezoekje aan de historische bibliothèque op Rue Pavée wandelden we naar onze lunchplek bij Chez Mademoiselle op 16 Rue Charlemagne.
We aten daar een heerlijke Thon mi-cuit en Risotto aux légumes en vervolgden onze route te voet om het eten te kunnen laten zakken. Via de hidden gem Le Village Saint-Paul waar de terrasjes vol zaten en de gezelligheid uitnodigend was, liepen we toch door langs de oever van de Seine via Pont Neuf langs Place Dauphine op weg naar Musée Eugene Delacroix op 6 Rue de Furstemberg. We zagen daar bijzondere werken en kleurrijke schilderspaletten en ontdekten ook dat hij groot bewonderaar van Rubens was. Onder de bomen op de binnenplaats bleven we even hangen en besloten we dat het tijd was voor een nieuwe pauze.
Vlakbij, op het terras van Café Bonaparte, streken we neer voor een menthe à l’eau en een coca zéro. Mensen kijken en onze voetjes een beetje rust geven. Daar is dit terras perfect voor!
Op weg terug naar het hotel over Boulevard Saint Germain spiekten we kort door het steegje bij de entree van Cour du Commerce Saint André waar de sfeer levendig was en de terrassen vol en we aten een crème caramel om het af te sluiten.
We zagen veel schoonheid en prachtige gebouwen, maar het mooiste is als je even van de gebaande paden afwijkt. Je eens omhoog kijkt of juist naar beneden. En je laat leiden door de straten en je gevoel. Het zit ‘m in de kleine dingen, altijd!
Veel plezier!