Mijn liefde voor Frankrijk en de gastronomie gaan hand in hand. Ik kan enorm genieten van de waardering die de Fransen hebben voor een goede maaltijd of een mooi glas wijn. Wat dat betreft lijken we op elkaar. De Fransen en ik.
Afgelopen twee jaar heb ik Frans gestudeerd aan de universiteit van Leiden. De docenten waren allemaal Frans. Terwijl we les kregen in grammatica of literatuur, werden we terloops voorzien van culinair advies over de lekkerste kazen en de mooiste wijnen. Of over het woord bouchon; dat zo ongeveer zowel kurkentrekker als file betekent. In de Franse taal en cultuur wordt continue gerefereerd naar eten en drinken. Ze zijn zich er misschien nieteens van bewust. Het zit hun DNA!
In een YouTube video uit 2010, gemaakt voor de inschrijving van de ‘Franse keuken’ bij het immaterieel erfgoed van UNESCO, wordt uitgelegd dat 95% van de Fransen de maaltijd zien als essentieel onderdeel van hun ‘patrimoine’. Waar komt dat toch vandaan? En waarom lunchen wij in Nederland achter de computer met een broodje kaas en hangen in Frankrijk bordjes op de winkels met ‘terug om half 3’?
Toen we in het tweede jaar van de studie een essai moesten schrijven over een onderwerp naar keuze kon ik niets anders verzinnen dan dat ik wilde schrijven over de Franse gastronomie. ‘Quel est le rôle de la madeleine in ‘Du côté de chez Swann’ uit À la recherche du temps perdu van Marcel Proust’ of Que reste-il-de la gastronomie française in relatie tot de ‘Plats industriels’ waren vraagstukken die mij interesseerden. Er waren twijfels over mijn ideeën; ‘Niet academisch genoeg’, dachten ze.
Dat het wel degelijk academisch was, leerde ik uit de vele studies die ik terugvond over de eetcultuur. Om te achterhalen waar de liefde voor goed eten vandaan komt, moeten we ver terug in de geschiedenis. Culinair journalist Onno Kleyn schreef er ook eens een stuk over. Hij schreef dat vanaf de XVIIe eeuw Frankrijk het eerste land in de wereld was die een nationale keuken ontwikkelde met producten als de roux of mayonaise. De rest van de wereld ging dat nadoen en Frankrijk werd een voorbeeld. Dat resulteerde in een grote trots van de Fransen op hun nationale keuken.
Wat we ook niet moeten vergeten is het sociale aspect van de maaltijd. In diezelfde YouTube video zeggen de Fransen het ritueel van het gezamenlijk ‘tafelen’ te waarderen. En wat mij betreft hebben ze hier een punt. Want proeft die wijn niet net iets mooier als je ‘m deelt met fijn gezelschap? Smaakt het gerecht niet net iets lekkerder als je met je geliefde aan tafel zit?
Bref; de Franse manier van genieten dus. Afgelopen zomer was ik in de Provence, om precies te zijn in Goult. Dit kleine dorpje met smalle straatjes, stenen huizen en pastelluikjes is precies wat je verwacht van een Provençaals dorp. Naast een epicerie, een kaaswinkel, een tabac en meerdere goede restaurants, zijn er twee dorpscafé’s. Precies naast elkaar. Ik was vroeg op de marktochtend in Goult en deelde het terras alleen met de dorpsbewoners. Om de beurt druppelden ze binnen, bestelden ze hun café en croissant en kwamen de gesprekken op gang. Om 08.30 uur in de ochtend werd uitgebreid het diner van de avond ervoor geëvalueerd, welke producten er gebruikt werden en waar die waren gekocht. Van achter mijn zonnebril genoot ik van het tafereel dat op het terras plaatsvond. Geïnspireerd door het gesprek dronk ik mijn koffie op. Op de markt kocht ik vervolgens alles wat ik zojuist had gehoord. Ik ging terug naar ons vakantiehuis en wist wat ik die avond zou koken…
Ohja…Het cijfer voor mijn essai? Een 8.8! Met de feedback dat ik een leuke eigen schrijfstijl heb. Ik besloot meteen vaker iets te gaan schrijven…. 😉
À la prochaine!