Selecteer een pagina

Mijn docenten vielen bijna van hun stoel. Tijdens een mondeling tentamen van mijn studie Frans een aantal jaar geleden aan de Universiteit van Leiden kreeg ik als onderwerp ‘het Louvre’ en moest ik met het schaamrood op mijn kaken bekennen dat ik daar nog nooit was geweest. ‘Mais non, Esther, c’est pas possible! Il faut y aller!’ Compleet verontwaardigd en wellicht zelfs beledigd werd ik door mijn Franse docenten toegesproken

Nu klopt het dat als ik in Frankrijk ben, ik de cultuur het liefst ontdek aan de hand van de culinaire specialiteiten en de leukste restaurants, maar geloof me, ik houd op zijn tijd ook echt van een museumbezoek. Dat ik nog nooit in het Louvre was geweest had dan ook een totaal andere oorzaak. Ik mijd namelijk het liefst drukke en toeristische plekken. Allereerst raak ik überhaupt vrij snel overprikkeld op massale plekken en ten tweede kan ik in een museum totaal niet genieten als ik niet op mijn gemak rustig rond kan lopen zonder overal tegenop te botsen. Tot slot ga ik verder ook nog eens graag linksaf als de massa rechtsaf gaat. Een euvel waar ik al mijn hele leven mee kamp en wat niet altijd makkelijk is, maar me uiteindelijk wel vaak verder brengt, alleen in ieder geval tot nu toe nooit in het Louvre dus.

Ik heb het geluk dat ik door mijn werk vaak op bijzondere locaties kom en zodoende bijvoorbeeld het Van Gogh museum voor het eerst heb bezocht na sluitingstijd toen ik het museum voor mijzelf had en ook het Rijksmuseum bezocht ik pas tijdens corona, toen ik in mijn eentje een kwartier lang op mijn gemak naar de Nachtwacht heb kunnen turen en iedereen op die heerlijke 1,5 meter afstand bleef. Overigens was ik wel meer onder de indruk van Marten en Oopjen, maar dat terzijde.

Hoe dan ook, ik voelde me na dat tentamen toch een beetje gegeneerd en dus sleepte ik mijn man bij het eerstvolgende bezoek aan Parijs mee naar het Louvre. We hadden al tickets dus dat scheelde iets en na een korte rij onder de piramide mochten we door. Ik verwachtte de ingang van het museum, maar het bleek dat we eerst een ondergronds winkelcentrum vol felle lampen en bubble tea winkels door moesten. Eenmaal binnen werd het vooral keuzes maken en zoeken in een doolhof van gangen en trappen vol met mensen naar dat ene schilderij waarover ik had geleerd tijdens mijn studie en waar ik een lichte obsessie voor had ontwikkeld. Het hing naast de Mona Lisa die we besloten over te slaan, omdat je daar ook eerst voor in een Efteling slingerrij moest vol paal en koord. ‘Mijn’ schilderij, La liberté guidant le peuple (De Vrijheid leidt het volk, een schilderij van de Franse schilder Eugène Delacroix dat de vrijheid verbeeldt als Marianne, het nationale symbool van Frankrijk, die de revolutionairen aanvoert bij de Julirevolutie van 1830) bleek zo levensgroot dat het in ieder geval goed te zien was én doordat het een stuk minder populair was dan het buurschilderij van Lisa gaf me dat gelukkig de ruimte om er enig ogenblik van te kunnen genieten.

Erna dwaalden we nog een beetje rond rond, maar al gauw keken wel elkaar aan. ‘Weg hier?’ ‘Ja graag’ . We liepen naar buiten en zochten het eerste de beste restaurant op waar we een kir bestelden. Beter zo.

Om mijn Universiteit docenten wat gerust te stellen. Ik heb in Parijs prachtige musea bezocht. Klein en in alle rust. Enorm van genoten!!

Ook iets voor jou? Komen ze:

-Musée de la vie romantique
-Musée de Montmartre
-Musée Zadkine
-Musée National Eugène Delacroix (die man van dat schilderij uit het Louvre)
-Maison Victor Hugo
-Musée Picasso (al iets te druk naar mijn zin maar vooruit)

Veel plezier! En erna een glas Kir bestellen he! 😉